33. verhoogt daarom de vastleggingskredieten met 510,4 miljoen EUR en de betalingskredieten met 520,6 miljoen EUR (met inbegrip van proefprojecten en voorbereidende acties), waarbij er een marge van 647,2 miljoen EUR blijft onder het maximum voor de vastleggingskredieten in rubriek 2;
33. erhöht daher die Mittel für Verpflichtungen um 510,4 Mio. EUR und die Mittel für Zahlungen um 520,6 Mio. EUR (einschließlich Pilotprojekten und vorbereitender Maßnahmen), d. h. unter der Obergrenze für Verpflichtungen in Rubrik 2 bleibt noch eine Marge von 647,2 Mio. EUR;