3. merkt op dat de door de bosbranden en andere natuurrampen veroorzaakte schade voor een deel had kunnen worden voorkomen en dat deze overweging voor de betrokken nationale, regionale en lokale autoriteiten een stimulans moet zijn om efficiënter beleidsmaatregelen te ontwikkelen, te financieren en ten uitvoer te leggen en een betere wetgeving in te voeren op het gebied van natuurbehoud en passend landgebruik, met inbegrip van duurzame landbouw- en bosbouwpraktijken, waterbeheer en efficiënt risicomanagement;
3. verweist darauf, dass die Schäden durch die Waldbrände und andere Naturkatastrophen teilweise hätten verhindert werden können und dass dies Anlass für die zuständigen nationalen, regionalen und lokalen Stellen sein sollte, effizientere Präventionsmaßnahmen und angemessene Rechtsvorschriften für den Naturschutz und eine geeignete Flächennutzung zu entwickeln, zu finanzieren und umzusetzen, einschließlich nachhaltiger land- und forstwirtschaftlicher Verfahren, Wasserbewirtschaftung und eines funktionierenden Risikomanagements;