Art. 21. Als de bevoegde autoriteit op basis van een beoordeling van de milieurisico's en rekening houdend met de bepalingen van het Waterwetboek, voorzover van toepassing, heeft besloten dat het verzamelen en behandelen van percolaat niet nodig is, of als is vastgesteld dat de afvalbeheersvoorziening geen potentieel gevaar voor de bodem, het grondwater of het oppervlaktewater vormt, kunnen de in artikel 20, 2° en 3° bedoelde voorschriften dienovereenkomstig vervallen of worden afgezwakt.
Art. 21 - Wenn die zuständige Behörde auf der Grundlage einer Bewertung der Umweltrisiken, bei der insbesondere und je nach deren Anwendbarkeit die Bestimmungen des Wassergesetzbuches berücksichtigt werden, entscheidet, dass das Sammeln und die Behandlung des Sickerwassers nicht notwendig sind, oder wenn feststeht, dass die Abfallbewirtschaftungsanlage keine Gefahr für den Boden, das Grund- bzw. Oberflächenwasser darstellt, können die Anforderungen gemäss Artikel 20, 2° und 3° gelockert oder ausgesetzt werden.