D. overwegende dat broeikasgassen een uiteenlopend opwarmeffect hebben (instralingsversterking uitgedrukt in watt per vierkante meter) wegens hun uiteenlopende stralingseigenschappen en levensduur in de atmosfeer; overwegende dat volgens het IPCC 4AR van 2007 dit opwarmeffect 1,66W/m voor CO2 , 0,48W/m voor CH4 , 0,16W/m voor N2 O en 0,35W/m voor halonen bedraagt,
D. in der Erwägung, dass die Treibhausgase sich in ihren Auswirkungen auf die Erderwärmung (ausgedrückt als Strahlungsantrieb in Watt pro Quadratmeter) aufgrund ihrer unterschiedlichen Strahlungseigenschaften und Verweilzeiten in der Atmosphäre unterscheiden und dass gemäß dem vierten Sachstandsbericht des IPCC von 2007 diese Auswirkungen auf die Erderwärmung 1,66 W/m für CO2 , 0,48 W/m für CH4 , 0,16 W/m für N2 O und 0,35 W/m für Halogenkohlenwasserstoffe betragen;