Overwegende dat aldus uitgevoerd vlees zich in een situatie bevindt die vergelijkbaar is met die van vlees waarvoor een uitvoerrestitutie is toegekend ; dat dergelijk vlees derhalve bij wederinvoer in de Gemeenschap niet in aanmerking komt voor toepassing van het bepaalde in artikel 3 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 754/76 van de Raad van 25 maart 1976 betreffende de tariefbehandeling die van toepassing is op naar het douanegebied van de Gemeenschap terugkerende goederen ( 8 ) ; dat derhalve moet worden bepaald dat
bij een dergelijke wederinvoer een bedrag moet worden betaald dat gelijk is aan de waarborg , en dat voor dit bedra
...[+++]g dezelfde voorschriften moeten gelden als voor een verbeurde waarborg , welke voorschriften zijn vastgestelde bij artikel 2 van Verordening ( EEG ) nr . 352/78 van de Raad ( 9 ) ; DIE SITUATION DES AUF DIESE WEISE AUSGEFÜHRTEN FLEISCHES ENTSPRICHT DER VON FLEISCH , FÜR DAS DIE AUSFUHRERSTATTUNG GEWÄHRT WURDE . DIESES FLEISCH KANN INFOLGEDESSEN UNTER DEN IN ARTIKEL 3 ABSATZ 1 DER VERORDNUNG ( EWG ) NR . 754/76 DES RATES VOM 25 . MÄRZ 1976 ÜBER DIE ZOLLRECHTLICHE BEHANDLUNG VON WAREN , DIE IN DAS ZOLLGEBIET DER GEMEINSCHAFT ZURÜCKKEHREN ( 8 ), GENANNTEN VORAUSSETZUNGEN IN DIE GEMEINSCHAFT NICHT WIEDEREINGEFÜHRT WERDEN . DAHER IST
IM FALLE EINER SOLCHEN WIEDEREINFUHR DIE ZAHLUNG EINES BETRAGES IN HÖHE DER KAUTION VORZUSCHREIBEN UND DABEI KLARZUSTELLEN , DASS DER BETRAG GEMÄSS ARTIKEL 2 DER VERORDNUNG ( EWG ) NR . 35
...[+++]2/78 DES RATES ( 9 ) EBENSO WIE EINE VERFALLENE KAUTION ZU BEHANDELN IST .