1. Ter opsporing van strafbare feiten vergelijken de lidstaten met wederzijds goedvinden via hun nationale contactpunten hun ongeïdentificeerde DNA-profielen met alle DNA-profielen uit linkgegevens van de andere nationale DNA-analysebestanden.
(1) Die Mitgliedstaaten gleichen im gegenseitigen Einvernehmen über ihre nationalen Kontaktstellen die DNA-Profile ihrer offenen Spuren zur Verfolgung von Straftaten mit allen DNA-Profilen aus Fundstellendatensätzen der anderen nationalen DNA-Analyse-Dateien ab.