Z. overwegende dat de EU uitgaat van de veronderstelling en het wederzijdse vertrouwen dat de lidstaten zich schikken naar democratie, de rechtsstaat en de grondrechten, als vervat in het EVRM en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name wat betreft de ontwikkeling van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht en het beginsel van wederzijdse erkenning;
Z. in der Erwägung, dass die EU von der Annahme und dem gegenseitigen Vertrauen ausgeht, dass die Mitgliedstaaten Demokratie, Rechtsstaatlichkeit und Grundrechte achten, wie sie in der EMRK und der Charta der Grundrechte der Europäischen Union verankert sind, insbesondere in Bezug auf die Entwicklung eines Raums der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts sowie auf den Grundsatz der gegenseitigen Anerkennung;