Vertaling van "wederzijdse vertrouwen acht " (Nederlands → Duits) :

114. is van mening dat de ontwikkeling van een Europese rechtsplegingscultuur een eerste vereiste is om de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht voor de burger tot werkelijkheid te laten worden en om te zorgen voor een betere toepassing van het EU-recht; pleit, dit indachtig, voor veel sterkere nadruk op en meer financiering van EU-opleidingen op rechtspraakgebied voor alle praktijkjuristen; acht het belangrijk dat voor zulke rechtspraakopleidingen een „bottom-upbenadering” wordt gevolgd, dat voor ruimere toegankelijkheid van Europeesrechtelijke informatiebronnen wordt gezorgd via webtechnologie (d.w.z. een e-justitieportaal), dat er verbetering komt in de kennis van het Europese recht bij de rechterlijke macht en de politie en de talenkennis onder rechterlijke ambtenaren, dat er netwerken op dit terrein worden aangelegd en onderhouden en dat er diverse andere maatregelen worden genomen om de dagelijkse judiciële samenwerking te bevorderen, om op die manier te zorgen voor wederzijds vertrouwen, en bijgevolg te komen tot samenwerking en wederzijdse erkenning;
114. vertritt die Auffassung, dass der Aufbau einer europäischen Rechtskultur eine wesentliche Voraussetzung für die Verwirklichung des Raums der Freiheit, der Sicherheit und des Rechts für die Bürger und für eine verbesserte Anwendung des EU-Rechts ist; fordert vor diesem Hintergrund, dass der juristischen Aus- und Weiterbildung aller Angehörigen von Rechtsberufen in der EU deutlich mehr Bedeutung beigemessen wird und entsprechend deutlich mehr Finanzmittel zur Verfügung gestellt werden; stellt fest, dass ein von der Basis ausgehender Ansatz für Programme der juristischen Ausbildung verfolgt werden muss, für bessere Zugriffsmöglichkeiten auf Informationsquellen über europäisches Recht mittels Webtechnologien (z. B. ein E-Justizportal) gesorgt werden muss, das Wissen über europäisches Recht und die Sprachkenntnisse von Richtern und Staatsanwälten verbessert werden müssen, Netzwerke auf diesem Gebiet eingerichtet und gepflegt und andere Maßnahmen zur Vereinfachung der alltäglichen Zusammenarbeit in der Justiz ergriffen und umgesetzt werden müssen, sodass für gegenseitiges Vertrauen, durchgängige Zusammenarbeit und gegenseitige Anerkennung gesorgt ist;

18. constateert dat het wetsontwerp inzake herziening van de kieswet, dat voorziet in een uitbreiding van het parlement met 13 zetels ten gunste van de vertegenwoordiging van zowel de kleine etnische minderheden als van staatsburgers die in het buitenland wonen, op 27 september 2007 is behandeld: uit zijn bezorgdheid over het feit dat het wetsontwerp het effect heeft dat de toepassing van de Badinterregel inzake de meerderheid, als beoogd in kaderovereenkomst van Ohrid wordt omzeild; benadrukt dat eerbiediging van het beginsel 'pacta sunt servanda' van cruciaal belang is voor de versterking van het wederzijdse vertrouwen; acht het daarom wenselijk dat een brede consensus, met deelneming van de Albanese vertegenwoordigers, bereikt wordt over iedere herziening van de kieswet, en vertrouwt erop dat er verder overleg zal plaatsvinden om dit te bereiken;
18. stellt fest, dass der Gesetzentwurf zur Änderung des Wahlrechts, mit dem das Parlament um 13 Sitze zugunsten sowohl der Vertretung der kleinen ethnischen Minderheiten als auch der Vertretung von im Ausland wohnhaften Staatsbürgern ausgeweitet würde, am 27. September 2007 behandelt wurde; äußert seine Besorgnis darüber, dass das vorgeschlagene Gesetz dazu führen würde, dass die nach dem Rahmenabkommen von Ohrid vorgesehene Benutzung der Badinter-Mehrheitsregelung umgangen würde; weist mit Nachdruck darauf hin, dass der Grundsatz "pacta sunt servanda" zur Stärkung des gegenseitigen Vertrauens von wesentlicher Bedeutung ist; hält es daher für wünschenswert, dass über eine mögliche Änderung des Wahlgesetzes ein weitgehender Konsens, auch unter Beteiligung der albanischen Vertreter, gefunden wird, und hat keine Zweifel daran, dass es weitere Konsultationen geben wird, um einen Konsens zu erreichen;

18. constateert dat het wetsontwerp inzake herziening van de kieswet, dat voorziet in een uitbreiding van het parlement met 13 zetels ten gunste van de vertegenwoordiging van de kleine etnische minderheden en van staatsburgers die in het buitenland wonen, op 27 september 2007 is behandeld: uit zijn bezorgdheid over het feit dat het wetsontwerp het effect heeft dat de toepassing van de Badinterregel inzake de meerderheid, als beoogd de in kaderovereenkomst van Ohrid wordt omzeild; benadrukt dat eerbiediging van het beginsel 'pacta sunt servanda' van cruciaal belang is voor de versterking van het wederzijdse vertrouwen; acht het daarom wenselijk dat een brede consensus, met deelneming van de Albanese vertegenwoordigers, bereikt wordt over iedere herziening van de kieswet, en vertrouwt erop dat er verder overleg zal plaatsvinden om dit te bereiken;
18. stellt fest, dass der Gesetzentwurf zur Änderung des Wahlrechts, mit dem das Parlament um 13 Sitze zugunsten sowohl der Vertretung der kleinen ethnischen Minderheiten als auch der Vertretung von im Ausland wohnhaften Staatsbürgern ausgeweitet würde, am 27. September 2007 behandelt wurde; äußert seine Besorgnis darüber, dass das vorgeschlagene Gesetz dazu führen würde, dass die nach dem Rahmenabkommen von Ohrid vorgesehene Benutzung der Badinter-Mehrheitsregelung umgangen würde; weist mit Nachdruck darauf hin, dass der Grundsatz „pacta sunt servanda“ zur Stärkung des gegenseitigen Vertrauens von wesentlicher Bedeutung ist; hält es daher für wünschenswert, dass über eine mögliche Änderung des Wahlgesetzes ein weitgehender Konsens, auch unter Beteiligung der albanischen Vertreter, gefunden wird, und hat keine Zweifel daran, dass es weitere Konsultationen geben wird, um einen Konsens zu erreichen;

15. constateert dat de Raad zich ten aanzien van de justitiële samenwerking ertoe heeft beperkt de noodzaak van een vergroting van het wederzijdse vertrouwen opnieuw te bevestigen en acht het hiertoe van essentieel belang over te gaan tot een snelle aanneming van de wetgevingsinstrumenten die moeten zorgen voor een gemeenschappelijke grondslag van procedurele beveiligingen en de rechten van verweerders;
15. nimmt zur Kenntnis, dass sich der Rat im Hinblick auf die justizielle Zusammenarbeit auf eine Bekräftigung der Notwendigkeit der Festigung des gegenseitigen Vertrauens beschränkt hat; hält es zu diesem Zweck für entscheidend, dass die legislativen Instrumente rasch beschlossen werden, die sich auf die Gewährleistung einer gemeinsamen Grundlage verfahrensmäßiger Sicherheiten und der Verteidigungsrechte richten;