11. verzoekt
de lidstaten al het nodige te doen om een eind te
maken aan de discriminatie van mensen met hiv/aids, alle mensenrechten en fundamentele vrijheden te bevorderen en te beschermen, waarbij speciaal de aandacht ui
t moet gaan naar al degenen die kwetsbaar zijn voor of al besmet zijn met hiv, wetten en beleidsmaatregelen die de toepassing van effectieve hiv-programma's bemoeilijken
...[+++]te herzien en ervoor te zorgen dat mensen met hiv/aids betrokken worden en vertegenwoordigd zijn bij de bepaling van antidiscriminatiebeleid; onderstreept dat bij de bestrijding van discriminatie ook rekening moet worden gehouden met het genderperspectief, zodat er een coherente hiv/aidsstrategie kan worden uitgewerkt; 11. fordert die Mitgliedstaaten auf, alle erforderlichen Maßnahmen zu ergreifen, um der
Diskriminierung von Menschen, die mit HIV/Aids leben, ein Ende zu setzen, alle Menschenrechte und Grundfreiheiten – unter besonderer Berücksichtigung all jener, die dafür anfällig sind, sich mit HIV zu infizieren, oder bereits infiziert sind – zu fördern und zu schützen sowie die Rechtsvorschriften und politischen Maßnahmen zu überarbeiten, die ein wirksames Greifen von HIV-Programmen behindern, und auch dafür zu sorgen, dass Menschen, die mit HIV/Aids leben, bei der Erarbeitung po
litischer Maßnahmen gegen ...[+++] Diskriminierung einbezogen werden und vertreten sind; betont, dass es im Interesse eines umfassenden HIV/Aids-Konzepts notwendig ist, bei der Bekämpfung von Diskriminierung auch die Geschlechterperspektive im Auge zu behalten;