2. Onverminderd het bepaalde in de leden 3 en 4, aanvaarden de Lid-Staten van ontvangst voor toegang tot het beroep van wegvervoerder als voldoende bewijs van betrouwbaarheid of van afwezigheid van faillissement de overlegging van een uittreksel uit het strafregister of, bij het ontbreken daarvan, een door de bevoegde rechterlijke of administratieve instantie van het land van oorsprong of herkomst van de wegvervoerder afgegeven gelijkwaardig document, waaruit blijkt dat aan deze eisen is voldaan.
(2) Unbeschadet der Absätze 3 und 4 erkennt der Aufnahmemitgliedstaat hinsichtlich des Zugangs zum Beruf des Kraftverkehrsunternehmers als ausreichenden Nachweis für die Zuverlässigkeit oder dafür, daß kein Konkurs erfolgt ist, die Vorlage eines Strafregisterauszugs oder, in Ermangelung dessen, die Vorlage einer von einer hierfür zuständigen Justiz- oder Verwaltungsbehörde des Heimat- oder Herkunftslandes des Kraftverkehrsunternehmers ausgestellten gleichwertigen Bescheinigung an, aus der hervorgeht, daß diese Anforderungen erfuellt sind.