Hij merkt ten slotte op dat met overwegingen van de Raad van State die analoog zijn met diegene die in zijn adviezen vermeld zijn, en die besluiten tot de ongrondwettigheid van de bestreden maatregel en door de Regering zijn veronachtzaamd, wel degelijk rekening is gehouden door de Grondwetgever bij de invoeging van artikel 11bis van de Grondwet, teneinde een expliciete grondwettelijke grondslag te verlenen aan de vastgestelde maatregelen van positieve discriminatie tussen mannen en vrouwen in de beleidsvorming.
Schliesslich führt er an, dass ähnliche Erwägungen des Staatsrates wie in seinen Gutachten, die zu der Schlussfolgerung der Verfassungswidrigkeit der angefochtenen Massnahme geführt hätten und von der Regierung ausser acht gelassen worden seien, vom Verfassungsgeber sehr wohl berücksichtigt worden seien bei der Einfügung von Artikel 11bis der Verfassung, um den Massnahmen der positiven Diskriminierung zwischen Männern und Frauen im politischen Entscheidungsprozess eine ausdrückliche Verfassungsgrundlage zu geben.