66. Uit de punten 62 tot en met 65 van het onderhavige arrest vloeit voort dat de lidstaten weliswaar worden opgeroepen om, via de toepassing van steunmechanismen voor warmtekrachtkoppeling en de productie van elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, bij te dragen tot de verwezenlijking van de door de richtlijnen 2004/8 en 2001/77 nagestreefde doelstellingen en, meer in het algemeen, van de doelstellingen van de Unie op milieugebied, maar dat in de huidige stand van het Unierecht een grote keuzevrijheid aan de lidstaten wordt gelaten bij de toepassing van deze mechanismen.
66. Aus den Randnrn. 62 bis 65 des vorliegenden Urteils folgt, dass das Unionsrecht bei seinem gegenwärtigen Stand den Mitgliedstaaten, obwohl sie bei der Umsetzung der Mechanismen zur Förderung der Kraft-Wärme-Kopplung und der Stromerzeugung mittels erneuerbarer Energiequellen dazu aufgerufen sind, zur Verwirklichung der Ziele der Richtlinien 2004/8 und 2001/77 oder - allgemeiner - der Ziele der Union im Umweltbereich beizutragen, eine große Wahlfreiheit bei der Umsetzung solcher Mechanismen lässt.