waakzaam te zijn bij de naleving van artikel 61, lid 2, van de Overeenkomst van Cotonou en, in coördinatie met de andere donoren, scherp toe te zien op de wijze waarop het beheer van de overheidsfinanciën in de begunstigde landen zich ontwikkelt, en op de voortgang van de hervormingen ter verbetering van dat beheer; in haar methodologische gids de sinds
maart 2002 gegeven relevante instructies voor de programmering en tenuitvoerlegging van begrotingssteun in ontwikkelingslanden op te nemen en daar de noodzakelijke verbeteringen
in aan te brengen; prestatie-indicatoren te hanter ...[+++]en die de begunstigde landen werkelijk aansporen om vaart te zetten achter hun hervormingen, en die meer gericht zijn op resultaten waaruit blijkt dat het beheer is verbeterd; alles in het werk te stellen om het kader voor de evaluatie van de systemen voor het beheer van de overheidsfinanciën dat in het kader van PEFA is ontwikkeld te doen slagen en het werk inzake de coördinatie van donoren te verbeteren met inachtneming van de resultaten die na afloop van de testfase bereikt zullen zijn, alsmede van de suggesties van de Rekenkamer, in het bijzonder over systeemgerichte controles; de coördinatie tussen de lokale vertegenwoordigers van de donoren te versterken wat betreft de totstandkoming van beoordelingen, evaluaties en audits, de verlening van institutionele steun, het hanteren van voorwaarden en van prestatie-indicatoren; de betrekkingen met de autoriteiten van de begunstigde landen stelselmatig te structureren en uit te breiden tot andere instanties dan de regeringen, namelijk de parlementen en de hoge controle-instanties, waarvan de capaciteit moet worden versterkt zodat zij de hervormingen die henzelf betreffen kunnen doorvoeren en die welke onder de uitvoerende macht ressorteren kunnen controleren".