De verzoekende partij is in de eerste plaats van mening dat artikel 61/22, tweede lid, door aan de minister of zijn gemachtigde de zorg toe te vertrouwen om de duurzame oplossing te wijzigen, zich aan dezelfde grieven blootstelt als die welke in verband met artikel 61/17 van de wet zijn aangevoerd.
Die klagende Partei ist zunächst der Auffassung, dass Artikel 61/22 Absatz 2 dadurch, dass er es dem Minister oder seinem Beauftragten überlasse, die dauerhafte Lösung anzupassen, Anlass zu den gleichen Beschwerdegründen gebe, wie sie in Bezug auf Artikel 61/17 des Gesetzes angeführt worden seien.