Vertaling van "welke methode uiteindelijk " (Nederlands → Duits) :

Publiek-private samenwerking kan een goede manier zijn om publieke investeringen te beheren, maar uiteindelijk is het aan lokale en regionale overheden om uit te maken welke methode zich het best leent voor de verschillende projecten, openbare diensten en innovaties.
ist der Ansicht, dass ÖPP eine erfolgreiche Form der Bewältigung öffentlicher Investitionen sein können, dass aber die Bewertung, welche Methode für die verschiedenen Projekte, öffentlichen Dienstleistungen oder Innovationen am besten geeignet ist, Sache der lokalen und regionalen Gebietskörperschaften sein muss.

23. onderstreept dat het subsidiariteitsbeginsel als leidraad voor het fiscale beleid van de Europese Unie dient te fungeren; wijst er net als de Commissie met kracht op dat, ongeacht welke methode uiteindelijk wordt gekozen om op Europees niveau tot een geconsolideerde heffingsgrondslag te komen, de vaststelling van de hoogte van de heffing tot de uitsluitende bevoegdheid van de lidstaten moet blijven behoren; meent bijgevolg dat er geen sprake van kan zijn de percentages voor de vennootschapsbelasting te harmoniseren, zelfs niet via de invoering van een minimum belastingniveau;
23. betont, dass die Steuerpolitik der Europäischen Union vom Subsidiaritätsprinzip geleitet werden muss; unterstreicht zusammen mit der Kommission, dass – unabhängig von dem Ansatz für die Festlegung einer konsolidierten Bemessungsgrundlage auf europäischer Ebene – der Beschluss über die Höhe der Besteuerung in der ausschließlichen Zuständigkeit der Staaten verbleiben muss; hält folglich eine Harmonisierung der Steuersätze auf Unternehmenseinkommen – auch in Form der Einführung einer Mindesthöhe der Besteuerung – für nicht sinnvoll;

24. onderstreept dat het subsidiariteitsbeginsel als leidraad voor het fiscale beleid van de Europese Unie dient te fungeren; wijst er net als de Commissie met kracht op dat, ongeacht welke methode uiteindelijk wordt gekozen om op Europees niveau tot een geconsolideerde heffingsgrondslag te komen, de vaststelling van de hoogte van de heffing tot de uitsluitende bevoegdheid van de lidstaten moet blijven behoren; meent bijgevolg dat er geen sprake van kan zijn de percentages voor de vennootschapsbelasting te harmoniseren, zelfs niet via de invoering van een minimum belastingniveau;
24. betont, dass die Steuerpolitik der EU vom Subsidiaritätsprinzip geleitet werden muss; unterstreicht zusammen mit der Kommission, dass – unabhängig von dem Ansatz für die Festlegung einer konsolidierten Bemessungsgrundlage auf europäischer Ebene – der Beschluss über die Höhe der Besteuerung in der ausschließlichen Zuständigkeit der Staaten verbleiben muss; hält folglich eine Harmonisierung der Steuersätze auf Unternehmenseinkommen – auch in Form der Einführung einer Mindesthöhe der Besteuerung – für nicht sinnvoll;