Tot slot, en dit is mijn derde punt, constateer ik met genoegen d
at het Parlement de meningen van de Commissie deelt inzake de vraag welke sectoren de doelgroep van het programma vormen, evenals de wens tot ontwikkeling van transnationale synergieën - ik denk dat daarin de toekomst van producenten van media-inhoud in Europa is gelegen, in coproducties - transnationale synergieën dus tussen de productie- en distributiesector, en dat zou nieuw zijn, met het oog op een betere conc
urrentiepositie van ...[+++]onze industrie.
Drittens, schließlich, stelle ich mit Genugtuung fest, daß das Parlament die Auffassungen der Kommission hinsichtlich der Zielgruppen des Programms teilt; das gleiche gilt im Hinblick auf den Wunsch nach transnationalen Synergieeffekten – ich denke, die Zukunft der europäischen Unternehmen für audiovisuelle Inhalte liegt in Koproduktionen – transnationale Synergien also zwischen den Bereichen Produktion und Vertrieb, um – und das ist das Neue – die Wettbewerbsfähigkeit der Industrie zu fördern.