In de drie minst welvarende lidstaten (Griekenland, Spanje en Portugal) is het inkomen per inwoner gestegen van 68% van het gemiddelde voor de Europese Unie in 1988 tot 79% van datzelfde gemiddelde in 1999.
Zwischen 1988 und 1999 ist in den drei am wenigsten wohlhabenden Mitgliedstaaten (Griechenland, Spanien, Portugal) das durchschnittliche Pro-Kopf-Einkommen von 68% auf 79% des Unionsdurchschnitts gestiegen.