Met de prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of het discriminerend is dat een persoon die is veroordeeld tot een werkstraf overeenkomstig artikel 37quinquies, § 1, van het Strafwetboek en die op de weg naar of van dat werk het slachtoffer is van een ongeval, geen aanspraak kan maken op enige vergoeding op grond van de arbeidsongevallenwetgeving, ook al geschiedt het werk overeenkomstig de in het geding zijnde bepaling onder het toezicht van de Federale Overheidsdienst Justitie.
Mit der präjudiziellen Frage möchte der vorlegende Richter erfahren, ob es diskriminierend sei, dass eine Person, die gemäss Artikel 37quinquies § 1 des Strafgesetzbuches zu einer Arbeitsstrafe verurteilt worden sei und auf dem Weg von oder zu dieser Arbeit Opfer eines Unfalls werde, keine Entschädigung aufgrund des Arbeitsunfallgesetzes beanspruchen könne, auch wenn die Arbeit gemäss der fraglichen Bestimmung unter der Aufsicht des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz abgeleistet werde.