Omdat het geconsolideerde verdrag 2006 alleen in werking kan treden indien ten minste 30 lidstaten met in totaal 33% van het wereldtonnage bereid zijn het geconsolideerde verdrag te ratificeren en de 27 landen van de EER 28% vertegenwoordigen van de wereldvloot, kan de Europese Unie een drijvende kracht vormen.
Da im Übereinkommen als Voraussetzung für das Inkrafttreten 30 Mitgliedstaaten mit mindestens 33 % der weltweiten Tonnage festgelegt ist und die 27 Staaten des EWR 28 % der weltweiten Flotte ausmachen, kann die Europäische Union als treibende Kraft wirken.