63. benadrukt dat de bezuinigingen die sommige lidstaten hebben doorgevoerd in de budgetten voor kinderzorg, vroegschoolse en buitenschoolse opvang, toelages voor maaltijden en transport naar school en steun voor de zorg voor afhankelijke personen, rechtstreekse gevolgen hebben voor vrouwen, die de meeste extra taken op zich moeten nemen die uit dit alles voortvloeien; onderstreept dat dit betekent dat vrouwen d
ikwijls op parttime werk moeten overschakelen (met alle sociale nadelen van dien zoals minder inkomen en lager pensioen) ; meent dat het openbare stelsel van voorzieningen op het gebied van kinderdagverblijven en crèches en van
...[+++]buitenschoolse activiteiten voor kinderen moet worden uitgebreid, tezamen met het openbare stelsel van ouderenondersteuning en een openbaar stelsel van gemeenteziekenhuizen; 63. betont die Tatsache, dass die von bestimmten Mitgliedstaaten getroffene Entscheidung, die Mittel für die Kinderbetreuung, schulische Aktivitäten und Aktivitäten außerhalb des Unterrichts, Zuschüsse für die schulische Verpflegung und den Schultransport und Beihilfen für die Betreuung abhängiger Personen zu kürzen, direkte Auswirkungen auf Frauen hat, die die Mehrheit der zusätzlichen Aufgaben, die dies mit sich bringt, erfüllen müssen; betont, dass Frauen in der Folge oft auf eine Teilzeitbeschäftigung übergehen müssen (was soziale Nachteile aufgrund des niedrigeren Einkommens und geringerer Rentenansprüche mit sich bringt); vertritt die Ansicht, dass das öffentliche Netz von Kindertagesstätten, Kindergärten und -krippen und öffentlich
...[+++]en Freizeitangeboten für Kinder ausgebaut werden muss, ebenso wie das öffentliche Netz zur Unterstützung älterer Menschen und das öffentliche Netz von kommunalen Krankenhäusern; 
