5. herhaalt zijn standpunt dat zowel de toekomstige verplichtingen voor pensioenbetalingen als de langetermijnvordering op de lidstaten – door hun garantie het pensioenstelsel te financieren – in de balans moeten worden opgenomen om een duidelijk beeld te geven van de lopende verplichtingen en de werkelijke auditkosten in de EU, en tevens om de beginselen van de op 1 januari 2005 ingevoerde boekhouding op transactiebasis te weerspiegelen;
5. wiederholt seine Auffassung, dass sowohl die Verbindlichkeiten für künftige Ruhegehaltszahlungen als auch die langfristigen Forderungen gegenüber den Mitgliedstaaten – die die Finanzierung der Ruhegehaltsregelung gewährleisten – entsprechend den seit dem 1. Januar 2005 geltenden Grundsätzen der periodengerechten Buchführung in die Vermögensübersicht aufgenommen werden sollten;