Traduction de «werkgelegenheid specifieke maatregelen en bijkomende budgettaire inspanningen nodig » (Néerlandais → Allemand) :

5. is van mening dat voor de bevordering van de groei en de werkgelegenheid specifieke maatregelen en bijkomende budgettaire inspanningen nodig zijn ter ondersteuning van het concurrentievermogen, innovatie en kmo's, aangezien het grootste deel van het economische potentieel van de EU berust bij kmo's: volgens recent onderzoek schiepen deze tussen 2002 en 2010 85% van de netto nieuwe banen in de EU, waarmee zij de motor van onze economische groei vormen; hecht daarom het grootste belang aan de bevordering van een ondernemingsgerichte mentaliteit en de oprichting van bedrijven via concrete acties en is van mening dat hiervoor de nodige middelen moeten worden uitgetrokken; merkt daarom op dat inspanningen moeten worden geleverd om de EU-financiering ter ondersteuning van groei-inspanningen verder op te voeren;
5. vertritt die Auffassung, dass die Förderung von Wachstum und Beschäftigung spezifische Maßnahmen und verstärkte Haushaltsanstrengungen zur Unterstützung von Wettbewerbsfähigkeit, Innovation sowie kleinen und mittleren Unternehmen (KMU) erfordert, da das größte wirtschaftliche Potential der EU in den KMU liegt, die jüngsten Untersuchungen zufolge zwischen 2002 und 2010 insgesamt 85 % aller neuen Arbeitsplätze in der EU geschaffen haben und das Rückgrat unseres Wirtschaftswachstums darstellen; ist deshalb der Auffassung, dass die Förderung des Unternehmergeistes und unternehmerischer Fähigkeiten sowie von Unternehmensgründungen von größter Bedeutung ist und mit angemessenen Mitteln ausgestattet werden sollte; weist deshalb darauf hin, dass Anstrengungen unternommen werden müssen, um die Finanzierungen durch die Europäische Union zur Unterstützung der Wachstumsbemühungen weiter zu verstärken;

5. is van mening dat voor de bevordering van de groei en de werkgelegenheid specifieke maatregelen en bijkomende budgettaire inspanningen nodig zijn ter ondersteuning van een duurzaam en op de lange termijn gericht industriebeleid, het concurrentievermogen, innovatie en kmo's, aangezien het grootste deel van het economische potentieel van de EU berust bij kmo's: volgens recent onderzoek schiepen deze tussen 2002 en 2010 85% van de netto nieuwe banen in de EU, waarmee zij de motor van onze economische groei vormen; hecht daarom het grootste belang aan de bevordering van een ondernemingsgerichte mentaliteit en de oprichting van bedrijven via concrete acties en is van mening dat hiervoor de nodige middelen moeten worden uitgetrokken; merkt daarom op dat inspanningen moeten worden geleverd om de EU-financiering ter ondersteuning van groei-inspanningen verder op te voeren;
5. vertritt die Auffassung, dass die Förderung von Wachstum und Beschäftigung spezifische Maßnahmen und verstärkte Haushaltsanstrengungen zur Unterstützung einer nachhaltigen und langfristigen Industriepolitik, von Wettbewerbsfähigkeit, Innovation sowie kleinen und mittleren Unternehmen (KMU) erfordert, da das größte wirtschaftliche Potential der EU in den KMU liegt, die jüngsten Untersuchungen zufolge zwischen 2002 und 2010 insgesamt 85 % aller neuen Arbeitsplätze in der EU geschaffen haben und das Rückgrat unseres Wirtschaftswachstums darstellen; ist deshalb der Auffassung, dass die Förderung des Unternehmergeistes und unternehmerischer Fähigkeiten sowie von Unternehmensgründungen von größter Bedeutung ist und mit angemessenen Mitteln ausgestattet werden sollte; weist deshalb darauf hin, dass Anstrengungen unternommen werden müssen, um die Finanzierungen durch die Europäische Union zur Unterstützung der Wachstumsbemühungen weiter zu verstärken;

66. is van mening dat het cohesiebeleid van de EU de inspanningen van de lidstaten om de economische bedrijvigheid nieuw leven in te blazen en de werkgelegenheid op hun grondgebied te bevorderen, stimuleert en aanvult, en derhalve een essentieel instrument is waarmee de Unie het hoofd kan helpen bieden aan de huidige situatie door de uitvoering van de noodzakelijke structurele hervormingen te sturen en vorm te geven, door de investeringen te concentreren op prioritaire maatregelen om voor een maximale impact ervan op de sociaal-economische situatie van een regio of lidstaat te zorgen, door de economie te stimuleren en door bij te dragen aan het scheppen van nieuwe banen voor jongeren; roept de lidstaten daarom op volledig en op gecoördineerde wijze gebruik te maken van de beschikbare EU-fondsen (EFRO, ESF, Cohesiefonds, ELFPO en EFMV), teneinde jongeren in staat te stellen actief deel te nemen aan economie en maatschappij; benadrukt dat rekening moet worden gehouden met specifieke regionale kenmerken, aangezien die doorslaggevend kunnen zijn voor het al dan niet slagen van initiatieven van jongeren, in de hele EU en met name in de meest benadeelde en ultraperifere regio's, waar investeringen nodig zijn om economische, sociale en territoriale cohesie te waarborgen;
66. ist der Auffassung, dass die Kohäsionspolitik der EU, indem sie die Anstrengungen der Mitgliedstaaten beim Ankurbeln der Wirtschaftstätigkeit und bei der Beschäftigungsförderung auf ihrem gesamten Gebiet verstärkt und ergänzt und die Umsetzung von erforderlichen Strukturreformen leitet und gestaltet sowie die Investitionen auf vorrangige Maßnahmen lenkt, eines der grundlegenden Instrumente der Union zur Überwindung der aktuellen Lage darstellt; dabei sollen die Auswirkungen der Investitionen auf die sozioökonomische Lage einer Region oder eines Mitgliedstaats maximiert werden, so dass die Wirtschaft angekurbelt und neue Arbeitsplätze für junge Menschen geschaffen werden; fordert daher die Mitgliedstaaten auf, verfügbare EU-Mittel (EFRE, ESF, KF, ELER und EMFF) umfassend und in koordinierter Weise zu nutzen, um jungen Menschen eine aktive Teilhabe an der Wirtschaft und an der Gesellschaft zu ermöglichen; betont darüber hinaus, dass regionale Besonderheiten berücksichtigt werden sollten, weil diese den Erfolg bzw. Misserfolg der Initiativen junger Menschen in der gesamten EU und insbesondere in den benachteiligtsten Gebieten und den Gebieten in äußerster Randlage bestimmen können, wo Investitionen benötigt werden, um den wirtschaftlichen, sozialen und territorialen Zusammenhalt sicherzustellen;

71. bevestigt zijn standpunt dat mainstreaming geen vervanging kan zijn voor de verstrekking van nieuwe en bijkomende middelen die de EU en andere donoren hebben toegezegd voor de inspanningen ter vermindering van de klimaatverandering en de aanpassingsbehoeften van de ontwikkelingslanden; onderstreept dat deze benadering op plaatselijk en/of regionaal niveau dient te geschieden om de specifieke problemen in deze gebieden aan te pakken; brengt in herinnering dat maatregelen inzake de klimaatverandering - en collectieve goederen in het algemeen - niet middels ODA mogen worden gefinancierd en dat derhalve nieuwe en aanvullende financiële middelen nodig zijn naast de door de lidstaten toegezegde 0,7% van het BNI voor ODA;
71. bekräftigt erneut seinen Standpunkt, dass ein Mainstreaming aber nicht als Ersatz für die Bereitstellung neuer und zusätzlicher Finanzmittel dienen kann, die die EU und andere Geberländer für die Bemühungen zur Eindämmung des Klimawandels und die Anpassungsbedürfnisse der Entwicklungsländer bereits zugesagt hatten; betont, dass bei diesem Ansatz ein lokaler und/oder regionaler Ansatz verfolgt werden muss, um gegen die besonderen Probleme in diesen Bereichen anzugehen; weist darauf hin, dass Maßnahmen gegen den Klimawandel – und öffentliche Güter allgemein – nicht aus ODA-Mitteln finanziert werden dürfen und daher neue und zusätzliche Finanzmittel über die 0,7 % des Bruttonationaleinkommens für ODA hinaus notwendig sind;