5. wijst op de noodzaak een bijzonder gewicht toe te kennen aan de programma's voor „een leven lang leren” die, via de verbetering van de inzetbaarheid en de toegang tot kennis en tot de arbeidsmarkt, een essentieel instrument zijn voor de bestrij
ding van armoede en sociale uitsluiting; acht het noodzakelijk stimulansen te bieden voor een grotere deelnem
ing van werknemers, werklozen en kwetsbare maatsch
appelijke groepen aan „een leven lang ...[+++] leren” en te zorgen voor een doeltreffende aanpak van de factoren die het verlaten van de desbetreffende structuren veroorzaken, daar de verbetering van bestaande beroepsbekwaamheden en de verwerving van nieuwe vaardigheden een middel kunnen zijn voor hetzij een snellere herintegratie in de arbeidsmarkt, hetzij een hogere productiviteit, hetzij het vinden van een baan van betere kwaliteit; 5. betont, dass die Programme zugunsten des lebenslanges Lernen als grundlegendes Instrum
ent gegen Armut und soziale Ausgrenzung insofern besonde
rs wichtig genommen werden müssen, als sie die Beschäftigungsfähigkeit und den Zugang zum Wissen und zum Arbeitsmarkt verbessern; hält es für notwendig, Anreize zur verstärkten Inanspruchnahme des lebenslangen Lernens durch Arbeitnehmer, Arbeitslose und alle schutzbedürftigen Gruppen der Gesellschaft zu schaffen und wirkungsvoll
gegen ...[+++] die Faktoren vorzugehen, die Menschen zum Ausstieg veranlassen, sowie das Niveau der Berufsqualifikationen und des Erwerbs zusätzlicher Fähigkeiten
zu verbessern, die eine schnellere Widereingliederung in den Arbeitsmarkt bewirken, die Produktivität erhöhen oder Menschen bei der Suche nach einem besseren Arbeitsplatz unterstützen können;