2. wijst er met name op dat de beroepsprocedures in de lidstaten uit hoofde van artikel 6, lid 3, van de Richtlijn van cruciaal belang zijn om, enerzijds, de legitieme belangen van de werknemers doeltreffend te beschermen, en, anderzijds, te voorkomen dat afbreuk wordt gedaan aan het recht op informatie en raadpleging door ongegrond beroep op de geheimhoudingsclausule; verzoekt de Commissie bijgevolg de nodige maatregelen te treffen om ook in dit opzicht tot een correcte omzetting door de lidstaten te komen;
2. weist insbesondere darauf hin, dass die Bereitstellung der in Artikel 6 Absatz 3 der Richtlinie vorgesehenen Rechtsbehelfsverfahren durch die Mitgliedstaaten von entscheidender Bedeutung ist, um einerseits einen wirksamen Schutz legitimer Interessen der Arbeitgeber sicherzustellen und andererseits zu vermeiden, dass die Unterrichtungs- und Anhörungsrechte durch ungerechtfertigte Inanspruchnahme der Vertraulichkeitsklausel eingeschränkt werden; fordert die Kommission daher auf, die notwendigen Maßnahmen einzuleiten, um auch insoweit eine korrekte Umsetzung durch die Mitgliedstaaten zu gewährleisten;