Vertaling van "werknemerszijde in bestaande pensioenregelingen teneinde " (Nederlands → Duits) :

36. wijst erop dat er sprake is van een trend om van toegezegd-pensioenregelingen op toegezegde-bijdragenregelingen over te stappen en is bezorgd over de daling van de werkgeversbijdragen die daarmee uiteraard gepaard gaat; onderstreept de noodzaak van een grotere participatie en van hogere bijdragen van werknemerszijde in bestaande pensioenregelingen teneinde een adequaat individueel pensioeninkomen te kunnen garanderen en beklemtoont tevens dat ook de werkgevers adequate bijdragen moeten blijven betalen, met name wanneer het toegezegde-bijdragenregelingen betreft; is bezorgd over de geplande herziening van de internationale standaard voor jaarrekeningen nr. 19 (IAS 19) inzake personeelsbeloningen waar het bijvoorbeeld de mogelijke afschaffing van de zogenaamde "bandbreedtebenadering" betreft, die verregaande veranderingen in de pensioensystemen tot gevolg zou kunnen hebben, welke zorgvuldig moeten worden bestudeerd, vooral met betrekking tot eventuele nadelige consequenties voor de aantrekkelijkheid van toegezegde-bijdragenregelingen;
36. nimmt die derzeit zu beobachtende Tendenz der Abkehr von leistungsdefinierten zu beitragsdefinierten Rentensystemen zur Kenntnis und bringt seine Besorgnis angesichts des Rückgangs der Arbeitgeberbeiträge, der mit diesem Trend offensichtlich einhergeht, zum Ausdruck; hält es für notwendig, dass sich die Arbeitnehmer stärker an den bestehenden Rentensystemen beteiligen und ihre Beiträge dazu erhöhen, um angemessene Alterseinkünfte für den Einzelnen zu gewährleisten, und betont die Notwendigkeit anhaltender angemessener Beiträge der Arbeitgeber, insbesondere in Rentensystemen mit festen Beiträgen; ist besorgt, dass die vorgesehene Überarbeitung des Internationalen Rechnungslegungsstandards IAS 19 betreffend Leistungen an Arbeitnehmer, beispielsweise im Fall einer etwaigen Abschaffung des so genannten "Korridoransatzes", bedeutende Änderungen bei den Rentensystemen nach sich ziehen könnte, die sorgfältig geprüft werden müssen, insbesondere bezüglich etwaiger nachteiliger Auswirkungen auf die Attraktivität von leistungsdefinierten Rentensystemen;

36. wijst erop dat er sprake is van een trend om van toegezegd-pensioenregelingen op toegezegde-bijdragenregelingen over te stappen en is bezorgd over de daling van de werkgeversbijdragen die daarmee uiteraard gepaard gaat; onderstreept de noodzaak van een grotere participatie en van hogere bijdragen van werknemerszijde in bestaande pensioenregelingen teneinde een adequaat individueel pensioeninkomen te kunnen garanderen en beklemtoont tevens dat ook de werkgevers adequate bijdragen moeten blijven betalen, met name wanneer het toegezegde-bijdragenregelingen betreft; is bezorgd over de geplande herziening van de internationale standaard voor jaarrekeningen nr. 19 (IAS 19) inzake personeelsbeloningen waar het bijvoorbeeld de mogelijke afschaffing van de zogenaamde "bandbreedtebenadering" betreft, die verregaande veranderingen in de pensioensystemen tot gevolg zou kunnen hebben, welke zorgvuldig moeten worden bestudeerd, vooral met betrekking tot eventuele nadelige consequenties voor de aantrekkelijkheid van toegezegde-bijdragenregelingen;
36. nimmt die derzeit zu beobachtende Tendenz der Abkehr von leistungsdefinierten zu beitragsdefinierten Rentensystemen zur Kenntnis und bringt seine Besorgnis angesichts des Rückgangs der Arbeitgeberbeiträge, der mit diesem Trend offensichtlich einhergeht, zum Ausdruck; hält es für notwendig, dass sich die Arbeitnehmer stärker an den bestehenden Rentensystemen beteiligen und ihre Beiträge dazu erhöhen, um angemessene Alterseinkünfte für den Einzelnen zu gewährleisten, und betont die Notwendigkeit anhaltender angemessener Beiträge der Arbeitgeber, insbesondere in Rentensystemen mit festen Beiträgen; ist besorgt, dass die vorgesehene Überarbeitung des Internationalen Rechnungslegungsstandards IAS 19 betreffend Leistungen an Arbeitnehmer, beispielsweise im Fall einer etwaigen Abschaffung des so genannten „Korridoransatzes“, bedeutende Änderungen bei den Rentensystemen nach sich ziehen könnte, die sorgfältig geprüft werden müssen, insbesondere bezüglich etwaiger nachteiliger Auswirkungen auf die Attraktivität von leistungsdefinierten Rentensystemen;

7. wijst erop dat er sprake is van een trend om van toegezegd-pensioenregelingen over te stappen op toegezegde-bijdragenregelingen en is verontrust over de geconstateerde verlaging van de werkgeversbijdragen die daarmee gepaard gaat; onderstreept de noodzaak van een grotere participatie en van hogere bijdragen van werknemerszijde in bestaande pensioenregelingen ten einde een adequaat individueel pensioeninkomen te kunnen garanderen en beklemtoont tevens dat ook de werkgevers adequate bijdragen moeten blijven betalen, met name wanneer het toegezegde-bijdragenregelingen betreft; is bezorgd over de geplande herziening van de IAS 19 waar het bijvoorbeeld de mogelijke afschaffing van de zogenaamde "bandbreedtebenadering" betreft, die verregaande veranderingen in de pensioensystemen tot gevolg zouden kunnen hebben, welke zorgvuldig moeten worden bestudeerd, vooral met betrekking tot eventuele nadelige consequenties voor de aantrekkelijkheid van toegezegde-bijdragenregelingen
7. nimmt die derzeit zu beobachtende Verlagerung von Rentensystemen mit festen Leistungen zu Rentensystemen mit festen Beiträgen zur Kenntnis und bringt seine Besorgnis angesichts der Reduzierung der Arbeitgeberbeiträge, die mit diesem Trend einhergeht, zum Ausdruck; hält es für notwendig, dass sich die Arbeitnehmer an den bestehenden Rentensystemen beteiligen und ihre Beiträge dazu erhöhen, um angemessene Alterseinkünfte für den Einzelnen zu gewährleisten, und betont die Notwendigkeit anhaltender angemessener Beiträge der Arbeitgeber, insbesondere in Rentensystemen mit festen Beiträgen; ist besorgt, dass die vorgesehene Überarbeitung des IAS 19, beispielsweise im Fall einer etwaigen Abschaffung des so genannten „Korridoransatzes“, bedeutende Änderungen bei den Rentensystemen nach sich ziehen könnte, die sorgfältig geprüft werden müssen, insbesondere bezüglich etwaiger nachteiliger Auswirkungen auf die Attraktivität von Rentensystemen mit festen Leistungen;