57. betreurt het dat h
et vraagstuk van de Westelijke Sahara niet op de agenda van de zittingen in 2016 is gezet; benadrukt opnieuw dat het conflict in de Westelijke
Sahara een zaak is van dekolonisering en dat het koninkrijk Marokko volgens het internationale recht geen enkele aanspraak kan maken op de Westelijke
Sahara en beschouwd moet worden als een bezetter; veroordeelt de aanhoudende schendingen van de grondrechten van de Sahrawi; dringt erop aan dat de grondrechten van de bevolking van de Westelijke
Sahara, waaronder de vrijheid van vereniging, m
...[+++]eningsuiting en betoging, worden beschermd; verlangt de onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen van het Sahrawivolk en op korte termijn de vrijlating van de leden van de groep Gdeim Izik die door het Marokkaanse militaire tribunaal veroordeeld zijn; herhaalt zijn oproep aan Spanje om asiel te verlenen aan de jonge Sahrawi Hassana Aalia, die in zijn rechtszaak tot levenslang veroordeeld is; benadrukt dat internationaal toezicht moet komen op de mensenrechtensituatie in de Westelijke Sahara; dringt er bij Marokko en het Polisario-front op aan om de onderhandelingen met het oog op een vreedzame en duurzame oplossing van het conflict in de Westelijke Sahara voort te zetten en herhaalt andermaal dat de Sahrawi recht op zelfbeschikking hebben in de vorm van een democratisch referendum in overeenstemming met resoluties 34/37 en 35/19 van de Verenigde Naties; 57. bedauert, dass das Thema der Westsahara nicht auf der Tagesordnung einer der UNHRC-Tagungen 2016 steht; betont erneut, dass der Westsaharakonflikt eine Frage der Entkolonialisierung ist und das Königreich Marokko völkerrechtlich keine Hoheitsrechte über die Westsahara besitzt und als Besatzungsmacht gilt; verurteilt die anhaltende Verletzung
der Grundrechte des saharauischen Volkes; fordert, dass die Grundrechte der Menschen in der Westsahara einschließlich der Vereinigungsfreiheit, der Meinungsfreiheit und des Demonstratio
nsrechts, geschützt werden; fordert ...[+++] die sofortige Freilassung aller saharauischen politischen Gefangen und besonders dringend der Mitglieder der Gdeim-Izik-Gruppe, die vom marokkanischen Militärgericht verurteilt wurden; fordert Spanien erneut auf, dem jungen Saharaui Hassana Aalia, der zu lebenslanger Haft verurteilt wurde, politisches Asyl zu gewähren; betont, dass die Menschenrechtslage in der Westsahara international überwacht werden muss; fordert Marokko und die Polisario-Front nachdrücklich auf, die Verhandlungen über eine friedliche und dauerhafte Lösung des Konflikts in der Westsahara fortzusetzen, und bekräftigt das Selbstbestimmungsrecht des saharauischen Volkes, das durch ein demokratisches Referendum entsprechend den Resolutionen 34/37 und 35/19 der Vereinten Nationen ausgeübt werden muss;