De verwijzende rechter vraagt het Hof of de voormelde bepaling bestaanbaar is met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie « in zoverre [zij] tot gevolg heeft dat een wet die het bedrag van de aanleg wijzigt, onmiddellijk van toepassing is op de vonnissen die na de datum van inwerkingtreding van die wet zijn gewezen, zonder dat rekening wordt gehouden met de datum van het inleiden van de zaak voor de eerste rechter en/of met de datum van het instellen van de vorderingen die voor hem zijn geformuleerd en die bepalend zijn voor de berekening van dat bedrag ».
Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob die vorerwähnte Bestimmung mit dem Grundsatz der Gleichheit und Nichtdiskriminierung vereinbar sei, « indem [sie] dazu führt, dass ein Gesetz zur Abänderung der Mindestberufungssumme unmittelbar auf die nach dem Datum des Inkrafttretens dieses Gesetzes ergangenen Urteile anwendbar ist, ohne dass dem Datum der Einleitung der Sache vor dem Erstrichter und/oder dem Datum der Einleitung der vor ihm geltend gemachten Forderungen, von denen die Berechnung der Berufungssumme abhängt, Rechnung getragen wird ».