Traduction de «weten dat hij dieren verhandelt » (Néerlandais → Allemand) :

De hedendaagse consument heeft het recht om te weten of de dieren die hij of zij eet genetisch gemodificeerde planten te eten hebben gekregen of niet.
Der moderne Verbraucher hat ein Recht darauf zu erfahren, ob die von ihm verzehrten Tiere mit genetisch veränderten Pflanzen gefüttert wurden oder nicht.

Artikel 10, § 1, 2°, b), van de hormonenwet van 15 juli 1985 voorziet in correctionele straffen ten aanzien van « [hem] van wie men redelijkerwijze kan aannemen dat hij weet of moet weten dat hij dieren verhandelt waaraan stoffen werden toegediend met overtreding van de bepalingen van deze wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan ».
Artikel 10 § 1 2° b) des Hormongesetzes vom 15. Juli 1985 sieht Vergehensstrafen vor für « [denjenigen], von dem man vernünftigerweise annehmen kann, dass er weiss oder wissen muss, dass er mit Tieren handelt, denen in Ubertretung der Bestimmungen dieses Gesetzes oder seiner Durchführungserlasse Stoffe verabreicht wurden ».

« Schendt artikel 10, § 1, 2°, b), van de wet van 15 juli 1985 (erratum Belgisch Staatsblad van 16 januari 1986 en 13 maart 1986), gewijzigd bij koninklijk besluit van 17 februari 1992, gewijzigd bij wet van 6 augustus 1993, gewijzigd bij wet van 11 juli 1994 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of produktie-stimulerende werking artikel 10 van de Grondwet in zoverre het dezelfde straffen oplegt aan diegene van wie men redelijkerwijze kan aannemen dat hij ' weet ' dat hij dieren verhandelt waaraan stoffen werden toegediend met overtreding van de bepalingen van deze wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan als aan diegene die ' moet weten ' dat hij dergelijke dieren verhandelt ?
« Verstösst Artikel 10 § 1 2° b) des Gesetzes vom 15. Juli 1985 (Berichtigung im Belgischen Staatsblatt vom 16. Januar 1986 und 13. März 1986), abgeändert durch den königlichen Erlass vom 17. Februar 1992, abgeändert durch das Gesetz vom 6. August 1993, abgeändert durch das Gesetz vom 11. Juli 1994, über die Verwendung von Stoffen mit hormonaler, antihormonaler, beta-adrenergischer oder produktionsfördernder Wirkung bei Tieren gegen Artikel 10 der Verfassung, soweit er demjenigen, von dem man vernünftigerweise annehmen kann, dass er ' weiss ', dass er mit Tieren handelt, denen Stoffe in Ubertretung der Bestimmungen dieses Gesetzes oder seiner Durchführungserlasse verabreicht worden sind, die gleichen Strafen auferlegt wie demjenigen, der ' wissen muss ', dass er mit solchen Tieren handelt?

Artikel 10, § 1, 2°, b), van de wet van 15 juli 1985 betreffende het gebruik bij dieren van stoffen met hormonale, anti-hormonale, beta-adrenergische of produktie-stimulerende werking schendt artikel 10 van de Grondwet niet in zoverre het dezelfde straffen oplegt aan diegene van wie men redelijkerwijze kan aannemen dat hij « weet » dat hij dieren verhandelt waaraan stoffen werden toegediend met overtreding van de bepalingen van die wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan als aan diegene die « moet weten » dat hij dergelijke dieren verhandelt.
Artikel 10 § 1 2° b) des Gesetzes vom 15. Juli 1985 über die Verwendung von Stoffen mit hormonaler, antihormonaler, beta-adrenergischer oder produktionsfördernder Wirkung bei Tieren verstösst nicht gegen Artikel 10 der Verfassung, soweit er demjenigen, von dem man vernünftigerweise annehmen kann, dass er ' weiss ', dass er mit Tieren handelt, denen Stoffe in Ubertretung der Bestimmungen dieses Gesetzes oder seiner Durchführungserlasse verabreicht worden sind, die gleichen Strafen auferlegt wie demjenigen, der ' wissen muss ', dass er mit solchen Tieren handelt.

De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of die bepaling het in artikel 10 van de Grondwet vervatte gelijkheidsbeginsel schendt in zoverre zij dezelfde straffen oplegt aan diegene die « weet » als aan diegene die « moet weten » dat hij onwettig behandelde dieren verhandelt.
Die präjudizielle Frage zielt darauf ab, vom Hof zu vernehmen, ob diese Bestimmung gegen den in Artikel 10 der Verfassung vorgesehenen Gleichheitsgrundsatz verstösst, insofern er demjenigen, der « weiss », dass er mit gesetzwidrig behandelten Tieren handelt, die gleichen Strafen auferlegt wie demjenigen, der « wissen muss », dass er mit solchen Tieren handelt.

Het Hof van Beroep is ingegaan op het verzoek van de beklaagde om, in verband met de hiervoor vermelde tenlastelegging B, een prejudiciële vraag te stellen over de overeenstemming met artikel 10 van de Grondwet van artikel 10, § 1, 2°, b), van de wet van 15 juli 1985 in zoverre het dezelfde straffen oplegt aan degene die « moest weten » dat hij behandelde dieren heeft verhandeld als aan degene die « wist » dat hij zulke dieren heeft verhandeld.
Der Appellationshof hat dem Antrag des Angeschuldigten stattgegeben, im Zusammenhang mit der vorstehend erwähnten Anschuldigung B die präjudizielle Frage zu stellen, ob Artikel 10 § 1 2° b) des Gesetzes vom 15. Juli 1985, insofern er demjenigen, der « wissen musste », dass er mit behandelten Tieren gehandelt hat, die gleichen Strafen auferlegt wie demjenigen, der « wusste », dass er mit solchen Tieren gehandelt hat, mit Artikel 10 der Verfassung vereinbar ist.