Met de bestr
eden bepaling is de wetgever niet afgeweken van de algemene werkloosheidsreglementering, die is vervat in het koninklijk besluit van 25 november 1991, meer bepaald in de artikelen 89 tot 98bis ervan. Zoals de Min
isterraad aangeeft, dient artikel 10, § 5, tweede lid, 3°, in die zin te worden geïnterpreteerd dat het de vreemdeling-gezinshereniger die werkl
oosheidsuitkeringen geniet en die vrijgesteld is van de verplichtin
...[+++]g beschikbaar te zijn op de arbeidsmarkt en werk te zoeken, niet de verplichting oplegt te bewijzen dat hij actief werk zoekt.
Mit der angefochtenen Bestimmung ist der Gesetzgeber nicht von der im königlichen Erlass vom 25. November 1991 enthaltenen allgemeinen Regelung der Arbeitslosigkeit abgewichen, insbesondere dessen Artikeln 89 bis 98 bis. Wie der Ministerrat anführt, ist Artikel 10 § 5 Absatz 2 Nr. 3 in dem Sinne auszulegen, dass er einem Ausländer als Zusammenführenden, der Arbeitslosengeld erhält und der von der Verpflichtung befreit ist, auf dem Arbeitsmarkt verfügbar zu sein und Arbeit zu suchen, nicht die Verpflichtung auferlegt, nachzuweisen, dass er aktiv Arbeit sucht.