Hij kan de plaatsingsmaatregel slechts opleggen, rekening houdend met de in artikel 37, § 1, van de wet van 8 april 1965 vermelde factoren en met de in artikel 37, § 2, door de wetgever uitgedrukte voorkeur, inzonderheid de belangen van het kind.
Er kann die Unterbringungsmassnahme nur unter Berücksichtung der in Artikel 37 § 1 des Gesetzes vom 8. April 1965 angeführten Faktoren, des durch den Gesetzgeber in Artikel 37 § 2 ausgedrückten Vorzugs und insbesondere der Interessen des Kindes auferlegen.