Vermits de Grondwetgever uitdrukkelijk van oordeel is geweest dat de andere grondwettelijke principes het aannemen van de betwiste « bijzondere modaliteit » niet in de weg staan, kan uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor de wetgever geen verplichting worden afgeleid om, wanneer hij voorziet in bijzondere modaliteiten voor de kiezers in de zes randgemeenten, eveneens te voorzien in bijzondere modaliteiten voor de Nederlandstalige kiezers en kandidaten in de kieskring Brussel-Hoofdstad.
Angesichts dessen, dass der Verfassungsgeber ausdrücklich davon ausgegangen ist, dass die anderen Verfassungsgrundsätze der Annahme der strittigen « besonderen Modalität » nicht im Weg stehen, kann aus den Artikeln 10 und 11 der Verfassung für den Gesetzgeber keine Verpflichtung abgeleitet werden, wenn er besondere Modalitäten für die Wähler in den sechs Randgemeinden vorsieht, ebenfalls besondere Modalitäten für die niederländischsprachigen Wähler und Kandidaten im Wahlkreis Brüssel-Hauptstadt vorzusehen.