1. De lidstaten nemen handhavingsmaatregelen met betrekking tot een hun vlag voerend vissersvaartuig wanneer op grond van hun wetgeving is geconstateerd dat het vaartuig niet voldoet aan de artikelen 4, 7, 8, 9, 17, 18, 19, 20, 21 en 23.
(1) Jeder Mitgliedstaat ergreift gegenüber einem Fischereifahrzeug, das seine Flagge führt, Durchsetzungsmaßnahmen, wenn nach nationalen Rechtsvorschriften ein Verstoß des Schiffes gegen die Artikel 4, 7, 8, 9, 17, 18, 19, 20, 21 und 23 festgestellt wurde.