Volgens de wetgever sloot die uitbreiding tevens aan bij de evolutie in de rechtspraak waarbij de termijn van zes maanden niet wordt toegepast op de ontbonden vennootschap waarvan de vereffening nog niet werd afgesloten (Parl. St ., Kamer, 1995-1996, nr. 329/17, pp. 35 en 36).
Dem Gesetzgeber zufolge passte diese Ausdehnung auch in den Rahmen der Entwicklung in der Rechtsprechung, insofern die Frist von sechs Monaten nicht auf die aufgelöste Gesellschaft, deren Liquidation noch nicht abgeschlossen wurde, angewandt wird (Parl. Dok. , Kammer, 1995-1996, Nr. 329/17, SS. 35 und 36).