Volgens de rechtspraak van het Hof wordt het gelijkheidsbeginsel geschonden wanneer, zoals te dezen, zonder enige objectieve en redelijke verantwoording aan de rechtsonderhorige het recht wordt ontzegd de onrechtmatigheden waardoor een koninklijk besluit is aangetast aan te voeren, doordat ingevolge de bekrachtigingswet het besluit kracht van wet verwerft en aldus onttrokken wordt aan de wettigheidscontrole voorgeschreven bij artikel 159 van de Grondwet (arrest nr. 33/93).
Der Rechtsprechung des Hofes zufolge werde der Gleichheitsgrundsatz verletzt, wenn, wie im vorliegenden Fall, dem Rechtsuchenden ohne objektive und angemessene Rechtfertigung das Recht, die Unregelmässigkeiten eines königlichen Erlasses anzuführen, dadurch entzogen werde, dass infolge des Bestätigungsgesetzes der Erlass Gesetzeskraft habe und somit der durch Artikel 159 der Verfassung vorgeschriebenen Gesetzmässigkeitskontrolle entzogen werde (Urteil Nr. 33/93).