48. Met zijn eerste vraag, onder b), verzoekt de verwijzende rechter het Hof in wezen te onderzoeken of de artikelen 1, lid 2, en 2, lid 1, onder c), van richtlijn 2006/112 geldig zijn uit het oogpunt van artikel 9, leden 4 en 5, van het Verdrag van Aarhus, voor zover diensten van advocaten bij die richtlijnbepalingen aan btw worden onderworpen.
48. Mit der Frage 1b bittet das vorlegende Gericht den Gerichtshof im Wesentlichen, die Gültigkeit von Art. 1 Abs. 2 und Art. 2 Abs. 1 Buchst. c der Richtlinie 2006/112 im Hinblick auf Art. 9 Abs. 4 und 5 des Übereinkommens von Arhus insoweit zu prüfen, als nach diesen Bestimmungen Dienstleistungen von Rechtsanwälten der Mehrwertsteuer unterliegen.