Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Atlas-breisel
Atlas-doek
BTR
Bedrijfstoeslagregeling
Bloedverwant enkel van moederszijde
Bloedverwant enkel van vaderszijde
EAD
Een enkel normalisatie-network
Een enkel normalisatie-orgaan
Enkel
Enkel administratief document
Enkel document
Enkel gebreid
Enkel gebreid'vandyke'doek
Gezinstoelage
Gezinsuitkering
Huisvestingstoelage
Kinderbijslag
Kostwinnerstoelage
Matrijs met enkele holte
Matrijs met enkele matrijsholte
REAB
Rechter naar wie de zaak verwezen is
Regeling inzake een enkele areaalbetaling
Toelage bij een enkel loon
Toelage voor eenoudergezin
Verwijzingsrechter

Vertaling van "wie er enkele " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE
een enkel normalisatie-network | een enkel normalisatie-orgaan

einziges Normengremium


enkel document [ EAD | enkel administratief document ]

einheitliches Zollpapier [ Einheitspapier ]


matrijs met enkele holte | matrijs met enkele matrijsholte

Presswerkzeug mit einteiligem Gesenk


atlas-breisel | atlas-doek | enkel gebreid | enkel gebreid'vandyke'doek

gewöhnlicher Atlas


gezinsuitkering [ gezinstoelage | huisvestingstoelage | kinderbijslag | kostwinnerstoelage | toelage bij een enkel loon | toelage voor eenoudergezin ]

Familienleistung [ Familienbeihilfe | Familienzulage | Haushaltszulage | Kindergeld | Mietkostenzuschuss | Wohngeld | Wohnungsbeihilfe ]


bedrijfstoeslagregeling [ BTR (bedrijfstoeslagregeling) | REAB | regeling inzake een enkele areaalbetaling ]

Betriebsprämienregelung [ einheitliche Betriebsprämie | Regelung für die einheitliche Flächenzahlung ]


bloedverwant enkel van vaderszijde

halbbürtiger Verwandter väterlicherseits


bloedverwant enkel van moederszijde

halbbürtiger Verwandter mütterlicherseits




verwijzingsrechter | rechter naar wie de zaak verwezen is

Richter, an den die Sache verwiesen wird
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5702 en 5704 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. c. Bij arrest van 18 december 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Alexandre Chalaguine en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2013, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 7 van de wet van 14 januari 2013 [houdende fiscale en andere bepalingen betreffende justitie], dat artikel 24 van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering wijzigt, de artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet, al dan ...[+++]

Diese unter den Nummern 5702 und 5704 ins Geschäftsverzeichnis des Gerichtshofes eingetragenen Rechtssachen wurden verbunden. c. In seinem Entscheid vom 18. Dezember 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Alexandre Chalaguine und andere, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2013 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 7 des Gesetzes vom 14. Januar 2013 [zur Festlegung steuerrechtlicher und sonstiger Bestimmungen im Bereich de ...[+++]


De eigenaar die zijn parkeerplaatsen heeft verhuurd aan een derde, die een milieuvergunning moet verkrijgen teneinde die te exploiteren, bevindt zich overigens, wanneer zijn medecontractant beslist te verzaken aan de overtollige parkeerplaatsen, bij het aanvragen van de verlenging van zijn vergunning, in een situatie die analoog is aan die van de eigenaar van een parking voor wie geen enkele milieuvergunning is uitgereikt vóór de inwerkingtreding van de bestreden bepalingen.

Ein Eigentümer, der seine Stellplätze einem Dritten vermietet hat, dem es obliegt, für deren Betrieb eine Umweltgenehmigung zu erhalten, befindet sich im Übrigen, wenn sein Vertragspartner beschließt, auf die überzähligen Stellplätze zu verzichten, zum Zeitpunkt der Beantragung der Verlängerung seiner Genehmigung, in einer Situation, die mit derjenigen des Eigentümers eines Parkplatzes vergleichbar ist, für den keine Umweltgenehmigung vor dem Inkrafttreten der angefochtenen Bestimmungen erteilt worden ist.


- een niet redelijk verantwoorde discriminatie zou invoeren tussen enerzijds, de verdachte die tijdens het gerechtelijk onderzoek om bijkomende onderzoekshandelingen heeft verzocht en voor wie geen enkele grond voor de schorsing van de strafvordering zal gelden en anderzijds de personen die na kennis te hebben genomen van het strafdossier bij de regeling van de rechtspleging worden geconfronteerd met een schorsing van de verjaringstermijn van de strafvordering waardoor hun recht op een eerlijk proces, dat de verplichting omvat om binnen een redelijke term ...[+++]

- eine nicht vernünftig gerechtfertigte Diskriminierung einführen würde zwischen einerseits dem Beschuldigten, der während der gerichtlichen Untersuchung zusätzliche Untersuchungshandlungen beantragt hat und für den kein einziger Grund für die Aussetzung der Strafverfolgung gilt, und andererseits den Personen, die nach Kenntnisnahme der Strafakte bei der Regelung des Verfahrens mit einer Aussetzung der Verjährungsfrist der Strafverfolgung konfrontiert werden, wodurch ihr Recht auf ein faires Verfahren, das die Verpflichtung enthält, innerhalb einer angemessenen Frist ein Urteil zu erhalten, somit beeinträchtigt wird;


- een niet redelijk verantwoorde discriminatie zou invoeren tussen enerzijds, de verdachte die tijdens het gerechtelijk onderzoek om bijkomende onderzoekshandelingen heeft verzocht en voor wie geen enkele grond voor de schorsing van de strafvordering zal gelden en anderzijds de personen die na kennis te hebben genomen van het strafdossier bij de regeling van de rechtspleging worden geconfronteerd met een schorsing van de verjaringstermijn van de strafvordering waardoor hun recht op een eerlijk proces, dat de verplichting omvat om binnen een redelijke term ...[+++]

- eine nicht vernünftig gerechtfertigte Diskriminierung einführen würde zwischen einerseits dem Beschuldigten, der während der gerichtlichen Untersuchung zusätzliche Untersuchungshandlungen beantragt hat und für den kein einziger Grund für die Aussetzung der Strafverfolgung gilt, und andererseits den Personen, die nach Kenntnisnahme der Strafakte bei der Regelung des Verfahrens mit einer Aussetzung der Verjährungsfrist der Strafverfolgung konfrontiert werden, wodurch ihr Recht auf ein faires Verfahren, das die Verpflichtung enthält, innerhalb einer angemessenen Frist ein Urteil zu erhalten, somit beeinträchtigt wird;


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Moerman, E. Derycke, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 3 september 2015 in zake Dimitry Moedaert en Vinciane Schoonbroodt tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 17 september 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, een prejudiciële vraag gesteld die bij beschikking van het Hof van 14 oktober 2015 als volgt werd geherformuleerd : « Schenden de artikelen 132bis en 136 van het W ...[+++]

Moerman, E. Derycke, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 3. September 2015 in Sachen Dimitry Moedaert und Vinciane Schoonbroodt gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 17. September 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Lüttich, Abteilung Lüttich, eine Vorabentscheidungsfrage gestellt, die durch Anordnung des Gerichtshofes vom 14. Oktober 2015 wie folgt umformuliert wurde: « V ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 6 mei 2015 in zake K.F. tegen P.P. en D.H., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 mei 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind opei ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 6. Mai 2015 in Sachen K.F. gegen P.P. und D.H., dessen Ausfertigung am 18. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur, Abteilung Namur, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 318 des Zivilgesetzbuches dadurch, dass er bestimmt, dass die Klage desjenigen, der die Vaterschaft für sich in Anspruch nimmt, binnen einem Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass er der Vater ...[+++]


V. - Omzeilingsclausule en strafrechtelijke bepalingen Art. 7. Overeenkomstig artikel 60 van Verordening nr. 1306/2013 wordt geen enkele betaling voor gebieden met natuurlijke beperkingen toegekend aan landbouwers en natuurlijke personen of rechtspersonen van wie is komen vast te staan dat zij kunstmatig de voorwaarden hebben gecreëerd om voor dergelijke betalingen in aanmerking te komen en dus een voordeel zouden genieten dat niet in overeenstemming is met de doelstellingen van dit besluit.

V - Umgehungsklausel und Strafbestimmungen Art. 7 - In Übereinstimmung mit Artikel 60 der Verordnung Nr. 1306/2013 wird den Landwirten und natürlichen oder juristischen Personen keine Zahlung zugunsten von Gebieten mit naturbedingten Benachteiligungen gewährt, wenn festgestellt wird, dass sie die Voraussetzungen für den Erhalt dieser Beihilfen künstlich, den Zielen dieses Erlasses zuwiderlaufend geschaffen haben.


Snappe, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 16 september 2013 in zake het openbaar ministerie tegen Christophe Briand, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 30 oktober 2015, heeft de Politierechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 62, § 8 [lees : achtste lid], van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over ...[+++]

Snappe, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten J. Spreutels, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 16. September 2013 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen Christophe Briand, dessen Ausfertigung am 30. Oktober 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 62 § 8 [zu lesen ist: Absatz 8] des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei dadurch, da ...[+++]


De natuurlijke persoon of rechtspersoon, tegen wie het resultaat van de uitgevoerde meting kan worden aangevoerd, wordt enkel verwittigd en zijn aanwezigheid is enkel vereist voor het geval zijn tussenkomst nodig blijkt te zijn.

Die natürliche oder juristische Person, gegen die das Ergebnis der durchgeführten Messung geltend gemacht werden kann, wird nur benachrichtigt und ihre Anwesenheit ist nur vorgeschrieben, falls ihre Beteiligung sich als notwendig erweist.


De economie van de artikelen 5 tot en met 7 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 verzet zich ertegen dat verzoekers tussen wie geen enkele feitelijke of juridische band bestaat in één en hetzelfde verzoekschrift delen of bepaalde artikelen van een decreet aanvechten waartussen al evenmin enig verband is te ontwaren.

Es widerspreche dem Sinn der Artikel 5 bis 7 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989, dass Kläger, zwischen denen keinerlei faktische oder rechtliche Verbindung bestehe, in ein und derselben Klageschrift Teile oder bestimmte Artikel eines Dekrets anföchten, zwischen denen ebenfalls keinerlei Zusammenhang zu erkennen sei.


w