Traduction de «wiens asielaanvraag wordt » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

herhaalde asielaanvraag | latere asielaanvraag
Asylfolgeantrag | Folgeantrag auf Asyl

bedrieglijke asielaanvraag | frauduleuze asielaanvraag
Ablehnung eines Asylantrags wegen falscher Angaben oder Dokumente | betrügerischer Asylantrag

volgende asielaanvraag
Folgeasylantrag

procedure tot asielaanvraag
Asylbeantragungsverfahren

asielaanvraag | asielverzoek
Asylantrag | Asylbegehren

vreemdeling wiens asielverzoek definitief is afgewezen
Drittausländer, dessen Asylbegehren endgültig negativ abgeschlossen ist

persoon te wiens aanzien er een redelijk vermoeden bestaat dat hij is betrokken bij het plegen van een strafbaar feit
Person, die im Verdacht steht, an einer auslieferungsfähigen Straftat beteiligt zu sein

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De verplichting om zijn identiteit aan te tonen is niet van toepassing op de asielzoeker wiens asielaanvraag niet definitief werd afgewezen of die tegen deze beslissing een overeenkomstig artikel 20 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toelaatbaar cassatieberoep heeft ingediend en dit tot op het ogenblik waarop een verwerpingsarrest inzake het toegelaten beroep is uitgesproken.
Die Verpflichtung, seine Identität nachzuweisen, gilt nicht für Asylsuchende, in Bezug auf deren Asylantrag kein definitiver Beschluss gefasst worden ist oder die gegen diesen Beschluss eine gemäß Artikel 20 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat für annehmbar erklärte Kassationsbeschwerde eingereicht haben, bis zu dem Zeitpunkt, an dem ein Ablehnungsentscheid in Bezug auf die für annehmbar erklärte Beschwerde ausgesprochen wird.

- de asielzoeker wiens asielaanvraag niet definitief werd afgewezen of die tegen deze beslissing een overeenkomstig artikel 20 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toelaatbaar cassatieberoep heeft ingediend en dit tot op het ogenblik waarop een verwerpingsarrest inzake het toegelaten beroep is uitgesproken;
- Asylsuchende, in Bezug auf deren Asylantrag kein definitiver Beschluss gefasst worden ist oder die gemäss Artikel 20 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen diesen Beschluss eine für annehmbar erklärte Kassationsbeschwerde eingelegt haben, bis zu dem Zeitpunkt, an dem ein Ablehnungsentscheid in Bezug auf die für annehmbar erklärte Beschwerde ausgesprochen wird,

De verplichting om zijn identiteit aan te tonen is niet van toepassing op de asielzoeker wiens asielaanvraag niet definitief werd afgewezen of die tegen deze beslissing een overeenkomstig artikel 20 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, toelaatbaar cassatieberoep heeft ingediend en dit tot op het ogenblik waarop een verwerpingsarrest inzake het toegelaten beroep is uitgesproken.
Die Verpflichtung, seine Identität nachzuweisen, gilt nicht für Asylsuchende, in Bezug auf deren Asylantrag kein definitiver Beschluss gefasst worden ist oder die gegen diesen Beschluss eine gemäss Artikel 20 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat für annehmbar erklärte Kassationsbeschwerde eingereicht haben, bis zu dem Zeitpunkt, an dem ein Ablehnungsentscheid in Bezug auf die für annehmbar erklärte Beschwerde ausgesprochen wird.

In zoverre de wetgever de mogelijkheid om een aanvraag tot verlenging van de materiële hulp wenst voor te behouden aan de vreemdeling wiens asielaanvraag wordt behandeld door de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen en die in voorkomend geval beroep heeft ingesteld bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen op grond van artikel 39/2, § 1, van de wet van 15 december 1980, is het verschil in behandeling redelijk verantwoord.
Insofern der Gesetzgeber die Möglichkeit, einen Antrag auf Verlängerung der materiellen Hilfe zu beantragen, den Ausländern vorbehalten wollte, deren Asylantrag durch den Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose geprüft wird und die gegebenenfalls eine Beschwerde bei dem Rat für Ausländerstreitsachen aufgrund von Artikel 39/2 § 1 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 eingereicht haben, ist der Behandlungsunterschied vernünftig gerechtfertigt.

De Commissie heeft de Italiaanse regering aangespoord maatregelen te nemen waarmee ieders recht om een verzoek om asiel in te dienen wordt gewaarborgd, en niemand uit te zetten over wiens asielaanvraag nog geen besluit is gevallen.
Die Kommission hat die italienische Regierung aufgefordert, Maßnahmen zu ergreifen, mit denen das Recht des Einzelnen auf Einreichung eines Asylantrags garantiert wird, und niemanden auszuweisen, solange der Antrag anhängig ist.

« Schendt artikel 57, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, in samenhang gelezen met artikel 14 van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen, beide in die zin geïnterpreteerd dat zij aan de vreemdeling die een aanvraag tot regularisatie heeft ingediend, het recht op maatschappelijke hulpverlening toekennen, zolang de bevoegde minister over die aanvraag geen beslissing heeft genomen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 191 van de Grondwet, alsook eventueel met de artikelen 6 en 13 van het Verdrag van Rome van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 2, lid 3, a), van het Internationaal Verdrag van New York van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre de vreemdeling wiens aanvraag tot regularisatie werd afgewezen, geen maatschappelijke hulpverlening wordt toegekend gedurende de beroepsprocedure voor de Raad van State en bijgevolg het recht op daadwerkelijke rechtshulp wordt ontzegd, terwijl de vreemdeling wiens asielaanvraag werd afgewezen en die bij de Raad van State beroep heeft ingesteld, precies op grond van het recht op daadwerkelijke rechtshulp maatschappelijke hulpverlening kan blijven genieten ?
« Verstösst Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren, in Verbindung mit Artikel 14 des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 über die Regularisierung des Aufenthalts bestimmter Kategorien von Ausländern, beide dahingehend ausgelegt, dass sie dem Ausländer, der einen Antrag auf Regularisierung gestellt hat, das Recht auf Sozialhilfe gewähren, solange der zuständige Minister über diesen Antrag noch keine Entscheidung getroffen hat, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den Artikeln 23 und 191 der Verfassung und ggf. mit den Artikeln 6 und 13 der am 4. November 1950 in Rom abgeschlossenen Konvention zum Schutze der Menschenrechte und Grundfreiheiten und mit Artikel 2 Absatz 3 Buchstabe a) des am 19. Dezember 1966 in New York abgeschlossenen internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, insoweit dem Ausländer, dessen Regularisierungsantrag abgewiesen wurde, während des Klageverfahrens beim Staatsrat keine Sozialhilfe gewährt wird und demzufolge das Recht auf eine wirksame Beschwerde versagt wird, während der Ausländer, dessen Asylantrag abgewiesen wurde und der beim Staatsrat Klage eingereicht hat, gerade aufgrund des Rechts auf eine wirksame Beschwerde weiterhin Sozialhilfe beanspruchen kann?