I. overwegende dat dodelijke bomaanvallen in heel Irak onverminderd blijven plaatsvinden, zoals de aanval van 5 februari 2014 op het Iraakse Ministerie van Buitenlandse Zaken, en dat deze met name sjiitische wijken treffen, terwijl verschillende gevangenisuitbraken leiden tot een toename van het aantal strijders dat zich bij extremistische militantengroepen aansluit;
I. in der Erwägung, dass die tödlichen Bombenanschläge im ganzen Irak – darunter der am 5. Februar 2014 auf den irakischen Außenminister verübte Anschlag – unvermindert weitergehen und sich hauptsächlich in schiitischen Wohngebieten ereignen und dass die Zahl der Kämpfer in militanten Extremistengruppen als Folge mehrerer Gefängnisausbrüche zunimmt;