De indieners van de klacht voeren op de tweede plaats en subsidiair aan dat het federale aanvullende recht op ingevoerde wijn en gedistilleerde drank een duidelijk minder gunstige behandeling is dan de behandeling die van toepassing is op „hetzelfde” product (of het daarmee rechtstreeks concurrerende of voor hetzelfde doel dienende product) van nationale oorsprong, hetgeen in strijd is met artikel III, lid 2, van de GATT 1994.
Die Antragsteller machen ferner hilfsweise geltend, dass Importweine und -spirituosen unter Verstoß gegen Artikel III Absatz 2 des GATT 1994 durch die bundesweite ZA eine deutlich weniger günstige Behandlung erführen als „gleichartige“ (bzw. „unmittelbar konkurrierende oder zum gleichen Zweck geeignete“) Erzeugnisse inländischen Ursprungs.