17. is van oordeel dat met de bijzondere problemen van de gebieden die zwaar onder hun geografische ligging te lijden hebben, zoals de ultraperifere gebieden, insulaire gebieden, berggebieden alsmede dunbevolkte gebieden en gebieden met een koud klimaat en lange afstanden tussen de centra, en ook regio's met een achterstand en regio's waar een industriële verandering plaatsgrijpt, op passende wijze rekening dient te worden gehouden in het kader van de prioriteiten van het cohesiebeleid, met name uit hoofde van de tenuitvoerlegging van artikel 158 van het Verdrag;
17. ist der Ansicht, dass die geographisch ungünstig liegenden Gebiete, wie Gebiete in äußerster Randlage, Inselregionen, Gebirgsregionen, gering besiedelte Gebiete und Gebiete mit kaltem Klima oder großen Entfernungen, sowie Gebiete mit Entwicklungsrückständen und Gebiete, die der Umstrukturierung der Industrie unterworfen sind, zu den Prioritäten der Regionalpolitik gehören und angemessen berücksichtigt werden sollten, wobei insbesondere Artikel 158 des Vertrags umgesetzt werden sollte;