b) Bij vonnis van 3 november 2008 in zake de nv « Giliph Invest » tegen Alexander Verheijen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 november 2008, heeft de Vrederechter van het eerste kanton Gent het Grondwettelijk Hof gevraagd « om uitspraak te doen over de vraag of het feit dat art. 3 § 5, 2e lid [lees : derde lid] van de Woninghuurwet door de programmawet (I) van 27 december 2006 werd ingevoegd in art. 3 § 5 van de Woninghuurwet zonder dat het mede toepasselijk werd gemaakt op de huurcontracten van ` korte ` duur bedoeld in art. 3 § 6 van de Woninghuurwet, al dan niet te verenigen is met de Grondwet ».
b) In seinem Urteil vom 3. November 2008 in Sachen der « Giliph Invest » AG gegen Alexander Verheijen, dessen Ausfertigung am 12. November 2008 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat der Friedensrichter des ersten Kantons Gent den Verfassungsgerichtshof gebeten, « über die Frage zu befinden, ob der Umstand, dass Artikel 3 § 5 Absatz 2
[zu lesen ist: Absatz 3] des Wohnungsmietgesetzes durch das Programmgesetz (I) vom 27. Dezember 2006 in dieses Gesetz eingefügt wurde, ohne auch auf die Mietverträge ' kurzer ' Dauer im Sinne von Artikel 3 § 6 des Wohnungsmietgesetzes anwendbar gemacht worden zu sein, mit der Verfassung vereinbar ist
...[+++] oder nicht ».