20. acht het in het kader van de wetgevingsprocedure noodzakelijk dat de Raad enerzijds aanwezig is bij de goedkeuring van wetgevingsteksten in het Parlement en dat anderzijds het Parlement bij definitieve wetgevingsbesluiten
van de Raad vertegenwoordigd is; vindt dat wanneer besluiten overeenkomstig de medebeslissingsprocedure worden genomen de vertegenwoordigers van het Parlement tijdens de vergadering va
n de Raad het woord zouden moeten mogen voeren; onderstreept dat Parlement en Raad als wetgevende instantie
...[+++]s met gelijke rechten samen de definitieve uitkomst van een wetgevingsprocedure openbaar zouden moeten maken;
20. hält es im Rahmen des Gesetzgebungsverfahrens für notwendig, dass einerseits der Rat bei der Annahme legislativer Texte im Parlament anwesend ist, und andererseits das Parlament bei den abschließenden gesetzgeberischen Entscheidungen des Rates ebenfalls präsent ist; bei Entscheidungen nach dem Mitentscheidungsverfahren sollten die Parlamentsvertreter ein Rederecht in der Ratssitzung erhalten, als gleichberechtigte Gesetzgeber sollten Parlament und Rat gemeinsam das endgültige Ergebnis eines Gesetzgebungsverfahrens der Öffentlichkeit verkünden;