21. wijst in het bijzonder de lidstaten op het belang dat moet worden gehecht aan de tenuitvoerlegging van anti-discriminatierichtlijnen, aan de bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, die op onrustbarende wijze opnieuw de kop opsteken, en aan de gelijkheid van mannen en vrouwen, waarbij vrouwen moeten worden aangemoedigd meer aan het openbare leven deel te nemen en hun rechtsgelijkheid moet worden gegarandeerd, wat met name op sociaal gebied nog lang niet het geval is;
21. hebt gegenüber den Mitgliedstaaten insbesondere die Bedeutung hervor, die der Umsetzung der Richtlinien gegen Diskriminierung, dem Kampf gegen Rassismus und Fremdenfeindlichkeit, deren Anwachsen besorgniserregend ist, sowie der Gleichstellung von Männern und Frauen beizumessen ist; die Frauen müssen dabei dazu angehalten werden, intensiver am öffentlichen Leben teilzunehmen, und ihnen muss Gleichheit vor dem Gesetz zugesichert werden, was vor allem in sozialer Hinsicht bei weitem noch nicht der Fall ist;