74. merkt op dat de EU berust op het beginsel van vrij verkeer van werknemers; vraagt om het leren van en de omgang met vreemde talen aan te moedigen met het oog op ontwikkeling van de mobiliteit; wijst erop dat het belangrijk is dat het leren van talen, en met name Europese talen, een onderdeel van het permanente leerproces wordt dat moet worden aangemoedigd, omdat het de mobiliteit van werknemers ten goede komt en het spectrum van arbeidsmogelijkheden verbreedt;
74. weist darauf hin, dass die Union auf dem Grundsatz des freien Personenverkehrs aufbaut; fordert, im Hinblick auf mehr Mobilität den Erwerb und Gebrauch von Fremdsprachen zu stimulieren; betont, dass es wichtig ist, das Erlernen von – speziell europäischen – Fremdsprachen als ein Element des lebensbegleitenden Lernens zu fördern, um die Arbeitskräftemobilität zu begünstigen und die Palette der Beschäftigungsmöglichkeiten zu vergrößern;