1. Overeenkomstig artikelen 24.02, lid 2, en 24.06, lid 5 (in beide gevallen overgangsbepalingen van artikel 15.01, lid 2, onder e), mogen systemen op vloeibaar petroleumgas (LPG) voor huishoudelijke doeleinden aan boord van bestaande passagiersschepen alleen toegepast worden tot de eerste verlenging van het communautaire binnenvaartcertificaat na 1 januari 2045 op voorwaarde dat een gasdetectiesysteem overeenkomstig artikel 15.15, lid 9, aanwezig is.
1. Nach Artikel 24.02 Nummer 2 und Artikel 24.06 Nummer 5 (jeweils Übergangsvorschriften zu Artikel 15.01 Nummer 2 Buchstabe e) dürfen Flüssiggasanlagen zu Haushaltszwecken auf vorhandenen Fahrgastschiffen bis zur ersten Verlängerung des Gemeinschaftszeugnisses nach dem 1.1.2045 nur unter der Voraussetzung weiterbetrieben werden, dass eine Gaswarneinrichtung nach Artikel 15.15 Nummer 9 vorhanden ist.