Het « onderzoek naar het vaderschap » van een dergelijk kind moest dus uitzonderlijk blijven en enkel worden toegestaan wanneer het vermoeden van vaderschap niet werd bevestigd door een bezit van staat ten aanzien van de echtgenoot van de moeder en wanneer het kind 180 dagen of meer na de ontbinding van het huwelijk van zijn moeder was geboren of wanneer het meer dan 300 dagen na de feitelijke scheiding van zijn moeder en haar echtgenoot was geboren (ibid., p. 15).
Die « Ermittlung der Vaterschaft » eines solchen Kindes sollte also eine Ausnahme bleiben und nur zugelassen werden, wenn die Vaterschaftsvermutung nicht durch den Besitz des Standes in Bezug auf den Ehepartner der Mutter bestätigt wurde und wenn das Kind 180 Tage oder mehr nach der Auflösung der Ehe seiner Mutter geboren wurde oder wenn es mehr als 300 Tage nach dem Datum der tatsächlichen Trennung seiner Mutter und ihres Ehemannes geboren wurde (ebenda, S. 15).