Op 15 oktober 2001 beliepen de totale uitstaande schulden 2245 miljoen euro, waarvan 1939 miljoen betrekking had op onregelmatigheden van meer dan 4000 euro ("595-gevallen" genoemd, omdat zij worden opgegeven uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 595/91) en 306 miljoen euro op onregelmatigheden voor een bedrag van minder dan 4000 euro ("andere gevallen" genoemd).
Am 15. 10.2001 betrugen die ausstehenden Forderungen 2,245 Mrd. €, von denen 1,939 Mrd. € Unregelmäßigkeiten über 4000 € betreffen (sog. „595er Fälle“, da sie nach der Verordnung Nr. 595/91 deklariert wurden), und 306 Mio. € betreffen Unregelmäßigkeiten unter 4.000 € (sog. „sonstige Fälle“).