1. Wanneer een optreden van de douaneautoriteiten in een van de in artikel 1, lid 1, bedoelde situaties, dat plaatsvindt voordat de houder van het recht een verzoek heeft ingediend of een d
ergelijk verzoek is ingewilligd, voldoende aanwijzingen oplevert dat bepaalde goederen inbreuk maken op intellectuele-eigendomsrechten, kunnen de douaneautoriteiten de vrijgave opschorten of de
goederen vasthouden gedurende een termijn van drie werkdagen vanaf het tijdstip ...[+++]waarop de houder van het recht en, indien deze bekend zijn, de aangever of de houder van de goederen de kennisgeving hebben ontvangen, teneinde de houder van het recht in staat te stellen een verzoek om optreden in te dienen overeenkomstig artikel 5.
(1) Ergibt sich, bevor ein Antrag des Rechtsinhabers gestellt oder zugelassen worden ist, bei einem Tätigwerden der Zollbehörden in einer der in Artikel 1 Absatz 1 genannten Situationen der hinreichend begründete Verdacht, dass Waren ein Recht geistigen Eigentums verletzen, so können die Zollbehörden für drei Arbeitstage nach Eingang der Benachrichtigung bei dem Rechtsinhaber sowie dem Anmelder oder dem Besitzer der Waren, sofern diese bekannt sind, die Überlassung der Waren aussetzen oder die Waren zurückhalten, um dem Rechtsinhaber die Möglichkeit zu geben, einen Antrag auf Tätigwerden nach Artikel 5 zu stellen.