Vertaling van "worden vastgesteld en bijgevolg met volstrekte rechtszekerheid strafrechtelijke " (Nederlands → Duits) :

9. verzoekt de lidstaten die dit nog niet zouden hebben gedaan de relevante bepalingen van het VN-Verdrag inzake het recht van de zee en het VN-Verdrag ter onderdrukking van illegale handelingen tegen de veiligheid van de zeescheepvaart, op grond waarvan de rechtsbevoegdheid duidelijk kan worden vastgesteld en bijgevolg met volstrekte rechtszekerheid strafrechtelijke vervolging kan worden ingesteld tegen gearresteerde piraten of daders van gewapende overvallen op zee, zo spoedig mogelijk in hun nationale wetgeving om te zetten;
9. fordert die Mitgliedstaaten, die dies bisher versäumt haben sollten, auf, die einschlägigen Bestimmungen des Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen und des Übereinkommens zur Bekämpfung widerrechtlicher Handlungen gegen die Sicherheit der Seeschifffahrt möglichst rasch in ihre internen Rechtsordnungen zu übernehmen, da diese Übereinkommen eine klare Abgrenzung der Gerichtsbarkeiten gestatten und somit im Fall der Festnahme von Piraten oder von für bewaffnete Raubüberfälle auf See Verantwortlichen eine strafrechtliche Verfolgung in völliger Rechtssicherheit ermöglichen;

2. Schendt artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, doordat het in de gevallen van onopzettelijke misdrijven (of : in de gevallen van onopzettelijke misdrijven voor tenlasteleggingen met wettelijke incriminatie) uitgaat van het beginsel van de enige strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de zwaarste fout heeft begaan, zonder echter te preciseren wat onder dat begrip, waarvan de interpretatie aan de strafrechter wordt overgelaten, moet worden verstaan, terwijl iedere beklaagde of beschuldigde die voor de strafrechter wordt vervolgd, wordt berecht ten aanzien van strafrechtelijke normen die dermate precies moeten zijn dat zij voorspelbaar zijn wat de toepassing ervan betreft en dat zij met voldoende rechtszekerheid kunnen worden vastgesteld ?
2. Verstösst Artikel 5 Absatz 2 des Strafgesetzbuches, so wie er durch das Gesetz vom 4. Mai 1999 zur Einführung der strafrechtlichen Verantwortlichkeit von juristischen Personen wieder aufgenommen wurde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und den Artikeln 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung, indem er im Falle nicht vorsätzlicher Straftaten (oder: im Falle nicht vorsätzlicher Straftaten bei Anschuldigungen, die auf einer gesetzlichen Strafandrohung beruhen) vom Prinzip der alleinigen strafrechtlichen Verantwortlichkeit der natürlichen oder juristischen Person ausgeht, die die schwerste Verfehlung begangen hat, ohne dass allerdings bestimmt wird, was dieser Begriff beinhaltet, der dem freien Ermessen des Strafrichters überlassen wird, während jeder vor einem Strafgericht verfolgte Angeschuldigte oder Angeklagte aufgrund strafrechtlicher Normen verurteilt wird, die so genau sein müssen, dass ihre Anwendung vorhersehbar ist und die mit ausreichender Rechtssicherheit festgestellt werden können?

2. Schendt artikel 5, tweede lid, van het Strafwetboek, zoals hersteld bij de wet van 4 mei 1999 tot invoering van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de artikelen 12, tweede lid, en 14 van de Grondwet, doordat het in de gevallen van onopzettelijke misdrijven (of : in de gevallen van onopzettelijke misdrijven voor tenlasteleggingen met wettelijke incriminatie) uitgaat van het beginsel van de enige strafrechtelijke verantwoordelijkheid van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de zwaarste fout heeft begaan, zonder echter te preciseren wat onder dat begrip, waarvan de interpretatie aan de strafrechter wordt overgelaten, moet worden verstaan, terwijl iedere beklaagde of beschuldigde die voor de strafrechter wordt vervolgd, wordt berecht ten aanzien van strafrechtelijke normen die dermate precies moeten zijn dat zij voorspelbaar zijn wat de toepassing ervan betreft en dat zij met voldoende rechtszekerheid kunnen worden vastgesteld ?
2. Verstösst Artikel 5 Absatz 2 des Strafgesetzbuches, so wie er durch das Gesetz vom 4. Mai 1999 zur Einführung der strafrechtlichen Verantwortlichkeit von juristischen Personen wieder in Kraft gesetzt wurde, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und den Artikeln 12 Absatz 2 und 14 der Verfassung, indem er im Falle nicht vorsätzlicher Straftaten (oder: im Falle nicht vorsätzlicher Straftaten bei Anschuldigungen, die auf einer gesetzlichen Strafandrohung beruhen) vom Prinzip der alleinigen strafrechtlichen Verantwortlichkeit der natürlichen oder juristischen Person ausgeht, die die schwerste Verfehlung begangen hat, ohne dass allerdings bestimmt wird, was dieser Begriff beinhaltet, der dem freien Ermessen des Strafrichters überlassen wird, während jeder vor einem Strafgericht verfolgte Angeschuldigte oder Angeklagte aufgrund strafrechtlicher Normen verurteilt wird, die so genau sein müssen, dass ihre Anwendung vorhersehbar ist und die mit ausreichender Rechtssicherheit festgestellt werden können?

(4) Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 4064/89 op het beginsel berust dat concentraties moeten worden aangemeld alvorens zij tot stand worden gebracht; dat enerzijds een aanmelding belangrijke, voor de betrokkenen bij het concentratievoornemen gunstige rechtsgevolgen heeft, terwijl anderzijds bij niet-nakoming van de aanmeldingsverplichting aan de aanmeldende partijen geldboeten kunnen worden opgelegd en deze niet-nakoming ook andere, voor hen nadelige burgerrechtelijke gevolgen kan hebben; dat bijgevolg in het belang van de rechtszekerheid het voorwerp en de inhoud van de in de aanmelding te verstrekken gegevens nauwkeurig moeten worden vastgesteld;
(4) Die Verordnung (EWG) Nr. 4064/89 geht von dem Grundsatz aus, daß Zusammenschlüsse anzumelden sind, bevor sie vollzogen werden. Von einer ordnungsgemäßen Anmeldung hängen einerseits wichtige, für die an dem Zusammenschlußvorhaben Beteiligten vorteilhafte Rechtsfolgen ab. Andererseits stellt die Verletzung der Anmeldepflicht eine mit Geldbuße bedrohte Handlung dar; sie kann für die Anmelder auch nachteilige Rechtsfolgen zivilrechtlicher Art mit sich bringen.