2. Om het Netwerk zo snel en zo doeltreffend mogelijk op te zetten, dienen de Lid-Staten binnen zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening aan het Agentschap mede te delen, wat de voornaamste bestanddelen van hun nationale milieu- informatienetwerken zijn, in het bijzonder op de in artikel 3, lid 2, genoemde prioritaire gebieden, alsmede welke instellingen volgens hen aan de werkzaamheden van het Agentschap zouden kunnen meewerken, gelet op de noodzaak dat hun grondgebied zo volledig mogelijk wordt bestreken.
(2) Im Hinblick auf eine möglichst rasche und wirksame Einführung des Netzes teilen die Mitgliedstaaten der Agentur binnen sechs Monaten nach Inkrafttreten dieser Verordnung die wichtigsten Bestandteile ihres innerstaatlichen Umweltinformationsnetzes - insbesondere in den in Artikel 3 Absatz 2 genannten vorrangigen Bereichen - einschließlich der zuständigen Stellen mit, die ihres Erachtens zur Tätigkeit der Agentur ihren Beitrag leisten könnten, und zwar unter Berücksichtigung der Notwendigkeit einer möglichst vollständigen geographischen Erfassung ihres Hoheitsgebiets.